Karel van der Meer begon zijn loopbaan niet als vioolbouwer, maar als violist. Eerst in kleine Amsterdamse gelegenheden om een paar jaar later aangenomen te worden bij het Concertgebouworkest. Daar nam hij wat ontgoocheld vier jaar later weer ontslag.
Bij vioolbouwers die in Duitsland opgeleid waren oriënteerde hij zich op dat vak en begon in Amsterdam en Arnhem een eigen atelier. Onder zijn medewerkers waren de vioolbouwers Josef Fedral sr, Eugène Eberle en Johann Stüber. Als strijkstokkenmaker had Auguste Toussaint al een schat aan ervaring bij grote Franse bouwers opgedaan alvorens hij bij Karel van der Meer ging werken. Gezien de uitstekende strijkstokken van zijn hand, was hij waarschijnlijk wel de meest begaafde strijkstokkenmaker in het atelier.
Deze strijkstok was jarenlang in gebruik bij Mimi de Rooij (RIP), de moeder van kleinkunsttenaar/artiest Karel de Rooij.