De Zweedse organiste en componiste Elfrida Andrée (1841-1929) zette zich krachtig in voor de emancipatie van vrouwen in de muziek. Ze studeerde orgel en compositie, onder andere bij de Deense componist Niels Gade. Als kathedraalorganiste in Göteborg was Andrée de eerste professionele vrouwelijke Scandinavische organiste. Haar compositorisch oeuvre omvat één opera, twee symfonieën, liederen, koorwerken en talrijke kamermuziek- en orgelstukken. Geïnspireerd door de Scandinavische muziekliteratuur, kenmerkt haar laatromantische stijl zich vooral door de lyrische sfeer. De Romances voor viool (altviool) en piano zijn twee melancholische miniaturen met een grote muzikale intensiteit. De cantabile vioolpartij is een geschikte aanvulling op de vioollessen en, zelfs voor gevorderde kamermusici, een waardevolle aanvulling op het repertoire. De uitgave bevat zowel de vioolpartij als een versie voor altviool.