Cyril Scott componeerde de 'Drie Lyrische Stukken' voor viool en piano aan het begin van de 20e eeuw en droeg ze op aan zijn vriend, violist Paul Stoeving, professor aan de Guildhall School of Music.
'Élégie' heeft een delicate salonachtige toon die door de gehele driedelige cyclus loopt. Vooral in de melodielijnen van de viool ontstaat een uitgesproken poëtische klanktaal. 'Romance' imponeert met impressionistisch kleurenspel, vooral op de piano. In 'Valse triste' versterkt de extravagante componist, die niet alleen bekend was geworden door zijn composities maar ook door geschriften over filosofie, occultisme en homeopathie, het salonmuziekkarakter in driekwartsmaat met goed gedoseerde mineurwolken.