Toen Weber in 1810 de sonates voor viool en piano aanbood aan uitgever André uit Offenbach, weigerde deze ze te drukken omdat ze 'te mooi en veeleisend' waren. Om een zo groot mogelijke doelgroep van musicerende amateurs te bereiken, besteedden de uitgevers destijds steeds meer aandacht aan de speelbaarheid van de werken. Gelukkig vonden de sonates toch hun weg naar het repertoire van de violisten.