De Boheems-Hongaarse cellist en componist David Popper wordt beschouwd als een van de belangrijkste pedagogen en virtuozen van zijn instrument. Zijn etudes vormen nog steeds een onmisbaar onderdeel van het kernrepertoire voor cello-onderwijs. De "15 Etudes, Op. 76/1" vormen het eerste deel van zijn vermaarde High School of Cello Playing en zijn gericht op gevorderde beginners. Popper combineert fundamenteel technisch werk met een uitgesproken melodieuze stijl: elke etude bezit een muzikaal karakter en klankschoonheid die verder gaat dan louter technische oefeningen. De stukken zijn voornamelijk in de eerste positie geschreven en dienen ter training van intonatie, strijktechniek, strijkstokbeheersing en ritmische precisie. De optionele tweede cellopartij bevordert het samenspel en verhoogt de pedagogische waarde.