De Fantasie in C majeur, gecomponeerd tussen 1836 en 1838, is misschien wel het meest monumentale werk uit Schumanns vroege creatieve periode, die, zoals bekend, (bijna) volledig aan de piano gewijd was. Zoals de meeste van zijn vroege werken is het stuk doordrenkt van een schat aan poëtische en muzikale verwijzingen. De inleiding van Christof Rüger wordt hier geciteerd: "De Fantasie in C majeur is, zowel qua inhoud als vorm, nauw verwant aan de pianosonates, met name die in fis mineur. In de definitieve versie is het opgedragen aan Franz Liszt, die hierop reageerde door zijn Sonate in b mineur aan Schumann op te dragen. De ontstaansgeschiedenis van het werk is veelzijdig."