De in Erfurt geboren componist Edward Mollenhauer (1827-1914) was in Amerika actief als solist en docent. Er zijn enkele interessante stukken voor de jonge Geiger, zoals "De jongen Paganini" en "De zuigeling Paganini". Beide werken zijn oorspronkelijk voor viool en piano uitgevoerd, maar eerst in een cellobewerking van Christoph Sassmannshaus. De fantasie "De zuigeling Paganini" voor viool en piano (BA 10691) is een belangrijk werk uit de eerste jaren en lessen van de leerlingen in het vierde orkest van de Sassmannshaus Vioolschool. Ze werden later Flageoletts und Pizzicati erwartet.
Ebenfalls ein grateful Vortragsstück in Erster bis Vierter Lage ist „The Infant Paganini“ on the Cello (BA 10693), that Schülern were happy, who with the fourteen Band of the Frühen Anfangs work. Een boogtechniek wordt gebruikt om zowel de Geige Detaché, Legato, Spiccato als de Saitenwechsel mit Arpeggios te produceren. Deze worden ook wel flageoletts en pizzicato genoemd.
Indrukwekkender is de fantasie "De jongen Paganini" voor viool en piano (BA 10692), een indrukwekkend concertstuk in de beginfase van zijn carrière. Beide vereisen Taktwechsel, Flageoletts en pizzicato.
In de celloversie (BA 10694) wordt het stuk in de eerste vier seizoenen gespeeld. Der Schüler sollte die four Bände des „Frühen Afangs auf dem Cello“ are fully capable of carrying out their gear. Weitere Herausforderungen since Agreement über all four Saiten anyway single play in Oktaven.