De Cellosonate nr. 2 in g mineur, opus 117, is de tweede van de twee cellosonates van Gabriel Fauré. Begin 1921 kreeg Fauré van de Franse regering de opdracht een begrafenismars te schrijven voor een ceremonie op 5 mei in Les Invalides ter gelegenheid van de 100e sterfdag van Napoleon. Het sombere thema dat hij hiervoor componeerde, bleef hem bij en, zoals hij zelf zei, "veranderde in een sonate". De componist was inmiddels verzwakt en zijn slechte gezondheid vertraagde de voltooiing van de buitenste delen tot laat in het jaar. Op 10 november schreef Fauré aan zijn vriend en weldoener Charles Martin Loeffler met het verzoek de cellosonate, die hij diezelfde dag had voltooid, aan hem op te dragen.
Het werk ging in première op 13 mei 1922 tijdens een concert van de Société Nationale de Musique, uitgevoerd door cellist Gérard Hekking en pianist Alfred Cortot, die vijf jaar eerder ook al de première van Fauré's Eerste Cellosonate hadden verzorgd.