Chanson Russe draagt de charme van een zeer persoonlijke samenwerking met zich mee. Igor Stravinsky en Samuel Dushkin ontmoetten elkaar begin jaren dertig, toen ze elkaar aan elkaar voorstelden via uitgever Willy Strecker van Schott Music, die Stravinsky hoopte aan te moedigen meer kamermuziek te schrijven. Stravinsky, die lange tijd sceptisch was geweest tegenover violisten, vond in Dushkin niet alleen een capabel uitvoerder, maar ook een geestverwant – iemand die zijn ideeën met precisie en gevoeligheid kon vertalen. Hun partnerschap bloeide op tot een vruchtbare vriendschap, die leidde tot verschillende werken voor viool en piano, waaronder de Suite Italienne en Duo Concertant.
De bewerking van Chanson Russe maakte deel uit van deze creatieve uitwisseling. Met Stravinsky's goedkeuring bewerkte Dushkin Parasha's aria uit Mavra – een moment van weemoedig verlangen in een overigens satirische opera – tot een op zichzelf staand stuk dat in recital kon worden uitgevoerd. Stravinsky zou het naar verluidt leuk hebben gevonden om Dushkin het te horen spelen, en gaf vaak commentaar op hoe de vioolstem de subtiele melancholie van de originele sopraanlijn zonder woorden kon oproepen.
Een charmant detail: Stravinsky en Dushkin traden soms samen op in privésalons en openbare concerten, met Stravinsky aan de piano. Deze evenementen waren niet alleen muzikale showcases, maar ook sociale bijeenkomsten, waar Stravinsky's droge humor en Dushkins elegantie hen tot een populair duo maakten. Er wordt gezegd dat Stravinsky, altijd de perfectionist, af en toe passages ter plekke herzag tijdens de repetities, wat Dushkin ertoe aanzette te grappen dat spelen met Igor was als "een vos achtervolgen door een woud van modulaties".
*Chanson Russe*, hoewel bescheiden van lengte, blijft een aangrijpende herinnering aan deze artistieke kameraadschap – een Russische melodie die weerkaatst wordt door Parijse salons en de handen van twee meesterlijke muzikanten.
Feedback sturen