De "First Year Cellomethode" van Benoy/Burrowes omvat 15 lessen met open snaren en eerste vingernoten, eerste en tweede vingernoten op D- en A snaren, strijken op opeenvolgende open snaren, eerste en derde vingernoten op G, D- en A-snaren, strijken van twee noten met de strijkstok in G, D- & C-groot. De 75 korte en langere melodieen zijn meestal voorzien van een tweede stem, die de cellodocent mee kan spelen. Geschikt voor alle leeftijden.
De "Second Year Cellomethode" van Benoy/Burrowes omvat 12 lessen met snaarwisselingen in C-groot, vierde positie in G & C groot, lage eerste vingeruitbreiding in B-klein & F-groot, hoge tweede en derde vingers in A- & D-groot. De 71 korte en langere melodieen zijn meestal voorzien van een tweede stem, die de celldocent mee kan spelen. Geschikt voor alle leeftijden.
De "Third Year Cellomethode" omvat 10 lessen en gaat dieper in op de theorie en techniek van het cello spelen. Het volgende komt aan de orde in het derde deel van de methode : Flageoletten op A & D snaren, vijfde positie, zesde positie, zevende positie, spelen/lezen van diverse sleutels en hogere posities.